Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) geeft richtlijnen ten aanzien van het opnemen van kengetallen. De kengetallen stellen de gemeenteraad in staat om de financiële positie van de gemeente te beoordelen. Met behulp van kengetallen kan het verloop van de financiële positie van de gemeente Vught over meerdere jaren worden beoordeeld. De wijze van het berekenen van de kengetallen is uniform waardoor de financiële positie van de gemeente Vught kan worden vergeleken met die van andere gemeenten.

De kengetallen stellen de gemeenteraad in staat om de normen vast te stellen voor de sturing van de financiële positie via de meerjarenbegroting. De normen in hun onderlinge samenhang bepalen hoe risicovol het financieel beleid is dat gevoerd wordt. Een afweging die is voorbehouden aan de raad.
Met de kengetallen wordt de raad in staat gesteld het beleid te sturen en te monitoren ten aanzien van:

  • De reservepositie;
  • De schuldpositie;
  • De wendbaarheid en de resterende belastingcapaciteit;
  • Het risicobeleid.

Deze aandachtsgebieden vormen met de reëel en structureel sluitende meerjarenbegroting en de planning en control cyclus de pijlers voor de sturing van onze financiële positie.

Solvabiliteit

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin het bezit van de gemeente is afbetaald en in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het betreft het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal.

Algemene normwaarden bruto schuld

Ratio solvabiliteit

Weinig tot geen schuld

> 80 %

Normaal

30% - 80%

Voorzichtigheid geboden

20% - 30%

Bezit zeer zwaar belast met schuld

0% - 20%

Als normaal wordt een ratio tussen de 30 en 80% beschouwd. Voorzichtigheid is geboden bij een ratio tussen de 20 en 30%.
De solvabiliteitsratio voor 2025 bedraagt 42% hetgeen betekent dat de gemeente de financiering van haar bezit relatief normaal met vreemd vermogen heeft gefinancierd. De solvabiliteitsratio wordt met name beïnvloedt door het meerjarige begrotingssaldo.

Schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Hoeveel geleend kan worden is een politieke afweging. Als algemene norm geven we de volgende richtgetallen.

Algemene normwaarden schuldquote

 Schuldquote

Normaal

0% -100%

Voorzichtigheid geboden

> 100%

Zeer hoge schuld

> 130%

Omdat bij verstrekte leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald wordt ook de netto schuldquote gecorrigeerd voor leningen bepaald. Deze wijkt voor onze gemeente nauwelijks af van de netto schuldquote omdat we beperkt geld hebben doorgeleend.  

De nettoschuld positie neemt toe als gevolg van met name de betalingen aan het project Rijksinfra en de investeringen in de onderwijsgebouwen Zuiderbos en de Lichtstraat.

Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de in exploitatie genomen gronden zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.

Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte er is om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten.
Bij incidentele lasten en baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten.

Op basis van het kengetal blijkt dat er beperkte structurele ruimte is om tekorten of extra lasten binnen de huidige begroting op te vangen. Dit past binnen ons beleid om strak te begroten. Indien nodig is er wel ruimte om het eigen beleid aan te passen en via ombuigingen ruimte vrij te maken.

Belastingcapaciteit

De ruimte die een gemeente heeft om belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsrechten voor een woning met gemiddelde waarde in de gemeente. Deze cijfers worden voortaan ook in de jaarlijkse meicirculaire bekend gemaakt voor het jaar t-1.
Het kengetal belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar te vergelijken met het landelijke gemiddelde in het jaar daarvoor. De daling vanaf 2023 hangt samen met een forse stijging van het landelijk gemiddelde. In de tabel vertegenwoordigt de 100% het landelijk gemiddelde.
Conclusie: de lokale lasten liggen in Vught hoger dan het landelijk gemiddelde.
Voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing hanteren we 100% kostendekkendheid.

Algemene conclusie financiële positie

In de meerjarenbegroting 2025 zijn er een aantal ontwikkelingen die onze financiële positie nadrukkelijk beïnvloeden:

  • De grote bijdragen van Vught aan de projecten Rijksinfra en de Lichtstraat blijven, maar verschuiven in omvang en in de tijd. Voor de Lichtstraat is het investeringskrediet met € 1,6 miljoen verhoogd. Voor de Rijksinfra komen de eerder betaalde bedragen aan de N65, onder verrekening van reeds gemaakte kosten, terug. Deels komt dit ten gunste van de bestemmingsreserve Rijksinfra en deels worden de eerder geactiveerde bedragen teruggedraaid. De invulling van de korte termijn maatregelen is nog niet bekend en daarom nog niet verwerkt in deze begroting. De bestemmingsreserve wordt ingezet voor de dekking van de jaarlijkse lasten die hieruit voortkomen.
  • De ontwikkelingen in de uitkering van het gemeentefonds vragen blijvende aandacht. Het vastzetten van het accres voor 2026 en het toepassen van de opschalingskorting geven een nadeel vanaf dat jaar. De herverdeling van het gemeentefonds is verwerkt in deze meerjarenbegroting. De geplande evaluatie hierop vanuit het Rijk heeft nog niet plaatsgevonden. De effecten van het ravijnjaar zijn nadrukkelijk zichtbaar.
  • De inflatie is toegepast conform de uitgangspunten in de Kadernota 2025-2028.
  • De rente heeft invloed op onze meerjarige exploitatie. Zowel renteontwikkelingen als grote nieuwe investeringen hebben invloed op de jaarlijkse financieringslasten.
  • We reserveren budgetruimte om de afschrijvingslasten, voortvloeiend uit investeringen in onderwijshuisvesting en de eventuele realisatie van sociaal cultureel centrum De Speeldoos, op te vangen. Voor de verduurzaming van gemeentelijke gebouwen is eerder een bestemmingsreserve gevormd. Die is nu niet verder aangevuld. Dit doen we op basis van de uit te werken businesscases.

Mede door bovenstaande ontwikkelingen zien we financiële kengetallen solvabiliteit en de schuldpositie die in lijn liggen met ons coalitieakkoord. Ook de reserveposities zijn ruim voldoende. Op te merken is dat over de inzet van diverse reserves nog niet is besloten. Daardoor is dit geen onderdeel van de begrotingscijfers en de financiële kengetallen. Wij blijven de totale financiële positie kritisch volgen.

Deze pagina is gebouwd op 10/31/2024 11:22:06 met de export van 10/31/2024 11:19:23