Vanaf februari 2022 zorgt de voortdurende oorlog in Oekraïne voor een grote en aanhoudende instroom van ontheemden in Nederland. Voor de opvang van Oekraïners is de nationale crisisstructuur opgestart. In maart 2022 hebben de veiligheidsregio’s van het kabinet de opdracht gekregen om de coördinatie en opvang voor Oekraïners te organiseren. Sinds 1 april 2022 hebben burgemeesters de wettelijke taak gekregen om te voorzien in de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Dat doen zij op basis van het staatsnoodrecht. Burgemeesters moeten vanwege deze wettelijke taak in hun gemeente onder andere zorgen voor gepaste huisvesting, registratie in de Basisregistratie Personen, leefgeld, onderwijs en zorg.
De minister heeft geconstateerd dat de beschikbare opvangcapaciteit niet voldoende meegroeit, waardoor er landelijk een bezettingsgraad van bijna honderd procent is in de gemeentelijke opvanglocaties. De minister heeft alle gemeenten opgeroepen om gezamenlijk zorg te dragen voor voldoende opvang voor ontheemden uit Oekraïne.
Vught heeft op diverse locaties gemeentelijke opvangplekken gerealiseerd op basis van afspraken binnen de Veiligheidsregio Brabant Noord. Dit betreft de volgende locaties per eind 2024:
- Vught: Huize Bergen (70 opvangplekken),
- Landgoed Bleijendijk (13 opvangplekken),
- Reinier van Arkel (140 opvangplekken),
- Cromvoirt: De Leuvert (120 opvangplekken).
De beoogde opvang bij RKI Bezinningscentrum Emmaus zal niet worden gerealiseerd. Dit door hogere kosten, onvoorziene juridische obstakels en de verlaging van de Rijksbekostiging. Daarnaast heeft Bezinningscentrum Emmaus haar visie op de haalbaarheid en wenselijkheid van de opvang aangepast.
Als alternatieve opvanglocatie is De Guldenberg gevonden. Eind 2024 is de opvang opgestart op deze locatie met een voorgenomen looptijd van 3 jaar. We verwachten dat het hier, net als bij Emmaus, mogelijk is om ongeveer 200 opvangplekken te realiseren.
Met de opvang in De Guldenberg biedt Vught per 1-1-2025 543 gemeentelijke opvangplekken voor Oekraïners.
De opvang van vluchtelingen uit Oekraïne blijft een impact houden op diverse onderdelen van de bedrijfsvoering. Denk hierbij aan Burgerzaken voor de basisregistratie, Wegwijs+ voor de verstrekking van zak- en leefgeld, zorg voor onderwijs en het vervoer er naartoe, inzet van GGD en de inrichting en exploitatie van vier zorglocaties. De verantwoording van alle kosten is verspreid over de programma's en taakvelden. De kosten van publieke taken die door de opvang geïntensiveerd zijn, worden op de reguliere taakvelden verantwoord. Dit is conform de verslagleggingsvereisten uit BBV. Zo worden bijvoorbeeld de kosten voor leerlingenvervoer verantwoord op het taakveld Onderwijsbeleid en de kosten voor verstrekte zak- en leefgelden verantwoord op het taakveld Inkomensregelingen.
Het grootste deel van de kosten betreft geen reguliere publieke taak. Deze verantwoorden we op het programma Besturen.
Voor alle businesscases geldt dat wordt gerekend op basis van gesloten huurovereenkomsten. Voor de overige exploitatielasten is gerekend met de normbedragen en systematiek uit het rekenmodel van het Rijk. Op basis van de ervaringscijfers is dit toereikend voor de werkelijke uitgaven, inclusief de bekostiging van het opgerichte projectteam. Voor de opbrengsten is gerekend met de huidige normvergoedingen van het Rijk. Afhankelijk van de duur van de oorlog kan de opbrengst verschillen. Zowel de hoogte van de normvergoeding als duur van de opvang zijn risicofactoren in de exploitatie. Door de garanties van het Rijk geldt dat voor alle locaties. Voor de rechtmatigheid van de forse uitgaven die op korte termijn gedaan worden, is het noodzakelijk de budgetten ter vaststelling in de begroting op te nemen.
Wij gaan voor de jaarlijkse lasten en baten, voor alle opvanglocaties, uit van de startdatum van 1 januari. Wij verwerken deze budgettair neutraal in onze meerjarenbegroting. Voor de diverse locaties is voor 2025 een budget van € 5.778.600 opgenomen. Dit bedrag is gebaseerd op de bekostigingsregeling van het Rijk.